Ik kan dingen.
Aan de meeste dingen heb je niet zoveel, ikzelf soms nog in het minst.
Ik kan verdwalen op een vierkante centimeter. De centimeter waar ik mijn halve leven woon of waar ik jaren gewoond heb. Ik kan me zorgen maken die ik groter en groter laat groeien tot ze bijna niet meer in mijn hoofd passen. Ik kan beren op de weg zien, die onzichtbaar zijn voor alle anderen. Lees verder “Beren en dansen”
De fietsende forens
Vandaag ga ik fietsend forenzen. Het is een hele tijd geleden dat ik dat heb gedaan, dus ik moet wel even iets overwinnen. Na de coronatijd ben ik nog wel een keer op de fiets naar mijn werk gegaan, maar dat was duidelijk iets eenmaligs, terwijl het vandaag voelt als het begin van het voortzetten van een traditie.
Ik heb zelfs een helm gekocht, iets waar de twintiger en de puber zich heerlijk samen vrolijk over maken. Lees verder “De fietsende forens”
Lachen
‘Kijk, hier was het.’
De twintiger maakt een weids gebaar met zijn hand. ‘Overal oranje smurrie. Alles nat.’
De puber kan het duidelijk voor zich zien. Ze moeten allebei hard lachen, waarschijnlijk nog het meest om mijn beduusde gezicht.
Zo leuk als zij vind ik het bepaald niet.
Mijn computerkastje doet het niet meer en alles in mijn werkkamer plakt. Lees verder “Lachen”
Hulp
‘Er was net een man hier,’ zegt de puber als ik terugkom van de high tea met vriendin W. ‘En die heeft je banden opgepompt.’
Ik kijk haar aan, boven mijn hoofd een groot vraagteken.
‘Ik weet niet hoe hij heet, wel iemand die we kennen.’
Ze lijkt zich er verder niet over te verbazen maar het te accepteren als iets dat nou eenmaal wel eens gebeurt. Het raadsel wordt al snel opgehelderd: W heeft, zodra we aankwamen haar man geappt over ons ongelukkige begin, hoe ik mijn band niet opgepompt kreeg en uit arren moede maar op de fiets van de puber ging. Ik vind het zo lief dat ik tijdens het tweede ritje van die dag (op heel harde banden) alleen maar kan grijnzen.
Om hulp vragen is misschien niet altijd gemakkelijk, maar geholpen worden is goud. Lees verder “Hulp”
Bouwmarkt
Altijd als mijn lief een klus onderhanden nam, moest hij eerst naar de bouwmarkt. Ik snapte nooit precies waarom. Na zijn dood vond ik dozen vol allerhande schroeven, bouten en moeren, in alle soorten en maten, maar kennelijk zat bij zijn voorraad nooit wat hij echt nodig had. Ik dacht dat het mogelijk een sociaal gebeuren was, een leuk uitje, dat naar de bouwmarkt gaan. Ook daar begreep ik niet veel van. Lees verder “Bouwmarkt”
Circusdays
Als veellezend kind uit een klein dorp met een dito bibliotheek ontkwam ik er niet aan de nodige paardenboeken te lezen. Ik had niks met paarden of met het eeuwige getrut van borstelen en verzorgen dat er kennelijk bij hoorde, maar na een hele sloot oorlogsboeken of avonturen op een kostschool was het wel eens een welkome afwisseling. Gelukkig had de schrijfster van de eindeloze rij paardenboeken ook een serie over een meisje dat als clown in het circus werkte.
En het circus, dat was me nog eens wat. Lees verder “Circusdays”
Dertien
‘Het is dan wel vrijdag de dertiende,’ zei de behandelaar nog, toen ik een afspraak maakte voor de arm die maar blijft zeuren na mijn ongelukkige val van de trap. Ik antwoordde dat ik daar niet in geloof. Ik ben zelfs getrouwd op de dertiende, een dinsdag weliswaar, maar die staat volgens schoonzus A in Griekenland juist bekend als ongeluksdag. Ik negeerde het stemmetje in mijn hoofd dat zei dat dat van die ongeluksdag wel was gebleken. Niet op iedere bruiloft hoeft immers een ambulance te komen voor een van de gasten. Lees verder “Dertien”
Universum
Ik had eens een vriendin die in elke blessure of ziekte een boodschap van het universum zag. Last van je schouders? Dan had je teveel op je nek genomen. Zere keel? Dat kwam doordat je te veel had geslikt van anderen. Buikpijn? Je zat met iets in je maag. En vallen dan, vroeg ik een keer, een aanrijding? Ook dat paste in haar theorie. Kennelijk lette je even niet goed op, omdat je teveel aan je hoofd had. Domweg struikelen was ook een signaal van daarboven, of daarbuiten, of waar dat universum dan ook maar zetelt.
Ik moet eraan denken nu ik gebutst en gehavend op de bank zit. Gevallen. Hard. Met de nodige fysieke gevolgen. Lees verder “Universum”
Tribuneleven
Nu de zomer zachtjesaan op zijn eind loopt, collega’s terugkomen van vakantie en het gewone leven langzaam opstart, begint ook de volleybalcompetitie weer. En dus voor mij het tribuneleven. Lees verder “Tribuneleven”
GSD
GSD noemt een weduwe die ik volg op internet het: Getting shit done. Zij is er erg goed in. Op dit moment plaatst ze vooral filmpjes waarin ze een huis renoveert en ze heeft verschillende items gewijd aan het leren repareren van het sprinklersysteem in de tuin. Ik bekijk het met bewondering, zelf ben ik niet iemand die GSD’t. Ik ben de vrouw die, als de dakkapelreiniger voor de deur staat, geen idee heeft waar de hoofdkraan zit, zodat hij de buitenkraan niet kan gebruiken en voor zijn watervoorziening naar een buur moet. Lees verder “GSD”