Ze zeggen wel eens dat je met kleine kinderen kleine zorgen hebt en met grote kinderen grote. Afgelopen week leek die stelling maar al te waar te zijn. We stresten wat af met zijn drieën. De puber moest twee herexamens doen, om het volgende schooljaar niet bij voorbaat met drie-nul achter te staan. De kleine puber bleek een aantal minder goede cijfers te hebben verdonkeremaand en de stof die de dag erna tot minimaal een zes moest leiden werd minder goed begrepen dan we hadden gehoopt.
Misschien is het goede nieuws dat tegenover die grotere zorgen ook een grotere vreugde staat als de zorgen voorbij zijn. Want, zoals dat gaat met stress-weken, ook nu werd het uiteindelijk vrijdag, de dag waarop alle hers en toetsen achter de rug waren. De kleine puber kreeg het verlossende telefoontje dat ze over was en de grote puber durfde voorzichtig te zeggen dat hij het deze ronde beter had gedaan dan hiervoor.
Dat moesten we vieren natuurlijk. We lunchten samen, en we aten patat, het ultieme “beloningseten”, en tussendoor speelden we duizenden potjes shithead. En we lachten, hard en uitbundig, om het spel, om het goede resultaat, en om de strapatsen die de pubers maakten, die van gekkigheid om alle opluchting niet wisten wat ze moesten doen.
Het voelde goed om te lachen, ook al was ik de enige die de tranen in mijn lach hoorde. Die wist hoe verdrietig ik was onder al het gegiechel en gemuts.
Het kwam hard aan dat ik de trots die ik voelde niet kon delen, en de dankbaarheid voor deze prachtige mensen. Maar ook dat ik de stress daarvoor en de zorgen helemaal in mijn eentje heb moeten dragen. De wetenschap dat ik dat voortaan altijd zal doen. Dat er niets meer te delen valt met mijn lief, die als geen ander het gepieker kon relativeren, of, als zelfs hij dat niet voor elkaar kreeg, er in ieder geval was voor een liefdevolle omhelzing die mij het vertrouwen gaf dat alles goed zou komen. Ooit.
Al die gevoelens lagen onder het lachen, onder het blij zijn, onder de trots en de dankbaarheid. En niet eens zo heel diep onder de oppervlakte.
Het was een rare gewaarwording om me sterk te voelen en blij en tegelijkertijd intens verdrietig. Ik probeerde te doen alsof de tranen in mijn ogen van ontroering waren en van trots en ondertussen wist ik het ook even niet meer zo goed, allemaal.
Alsof het zo moest zijn kwam er een kaartje van iemand van vroeger, iemand die net als ik haar lief heeft verloren.
Zij stuurde me een tekst die ze tegenkwam en die haar aansprak. En ineens viel voor heel even alles op zijn plaats.
Er zijn mensen die echt niets anders kunnen dan compleet wegzakken in hun verdriet. Het is te hopen dat op een goede dag lucht en licht bij dat verdriet mogen komen.
Maar er zijn ook mensen die als ze kopje-ondergaan een anker omhooggooien, die een haak slaan in de blauwe lucht om koste wat het kost de zon te veroveren. Denk nou maar niet dat daar geen verdriet achter zit.
(ik weet helaas niet de bron, anders had ik die natuurlijk graag vermeld. Als iemand weet wie de schrijver is, dan hou ik me aanbevolen, al was het alleen maar om hem of haar te bedanken voor de rake woorden)
❤️❤️