“Wil je herinneringen zien?” vraagt onedrive. “Een jaar geleden? Vijf? Zeven?”
Nou nee, denk ik. Vandaag even niet. Toch klik ik, nieuwsgierig als ik ben, op de pagina met fotootjes, me mentaal schrap zettend.
Deze keer is het een serie die me aan het lachen maakt. Ik zie de kleine puber als kleuter. Ze werpt een boze blik naar degene achter de camera als ze in de rij staat voor het schminken. Op de foto erna doet ze een halfslachtige poging om te ontsnappen, en op de derde foto staat ze, met gekleurde strepen op haar wangen, met een spiegeltje in de hand.
De schminkster heeft haar overduidelijk net gevraagd wat ze ervan vindt en je ziet de kleuter denken: ‘… eh… hoe zeg ik dit tactisch?’
Ja of, bedenk ik, ‘Is dat nog ingewikkeld, zo’n thuiscursus?’ of: ‘Don’t give up your dayjob’.
Ik deel de foto in de groepsapp en bedenk er onderschriften bij als was ik een pannellid van “Dit was het nieuws” Gelukkig hebben we de foto’s nog….
‘Weet je nog die keer dat we in april of zo naar het spoorwegmuseum gingen en dat de kleine puber de hele tijd een Pietenmuts op had?’ vraagt de puber die inmiddels meekijkt. Hij grijpt mijn muis en klikt naar de mapjes met afbeeldingen.
Voor we bij het juiste jaar zijn hebben we al heel wat herinneringen bekeken en meer dan onze portie min of meer mislukte foto’s voorbij zien komen. Vooral omdat de pubers er meesters in zijn om precies als ik afdruk hun meest vreemde gezicht te trekken. Die keer dat we met schoonzus M en haar gezin in het openluchtmuseum waren en ik een foto maakte van het hele stel in de tram. Ik had hem al naar oma gestuurd (leuk voor later) voor ik zag dat iedereen er leuk op stond behalve mijn twee pubers die nog snel hun neus optrokken/tong uitstaken/ogen lieten uitpuilen.
‘O, die vakantie dat de kleine puber deed alsof ze een eekhoorn was!’ Op alle foto’s staat ze met een hazentandmondje, haar handen als pootjes onder haar kin gevouwen. Of de vakantie waarin ze de hele week het nepbrilletje van haar Build-a-bear droeg. Dat leverde ook al van die prachtige kiekjes op.
We lachen ons kapot om de snor van mijn lief, een jaar of tien geleden.
‘What was he thinking?’ roept de puber vertwijfeld uit.
‘The answer should probably be: he wasn’t.’
En het valt ons op dat op zeker de helft van de foto’s waarop de kleine puber normaal staat ze, ondanks haar schattige uiterlijk met de lichtblonde krulletjes, een blik heeft alsof ze van plan is de wereldorde omver te werpen.
Er zijn filmpjes, die we gretig bekijken. Sommige bevatten coole dansmoves. De meeste zijn tot hilariteit van beide pubers, die inmiddels elk aan een kant van mij zitten mee te kijken, per ongeluk filmpjes die foto’s hadden moeten zijn. Ze tonen een wazig en schokkerig beeld met mijn stem op de achtergrond die dan eens verbaasd (‘Waarom doet ie het nou niet?’) dan weer geïrriteerd klinkt. Die moet ik nodig eens verwijderen, bedenk ik.
Maar als ik zie hoe de pubers in een deuk liggen om mijn gestuntel laat ik ze toch nog maar even op de onedrive staan. Die goede oude onedrive die me vandaag dan toch weet te verrassen.
Wat heerlijk; de imperfectie vind ik uiteindelijk toch t meeste leven. Lef in t meervoud schreef iemand eens.
Heerlijk, ik zie het direct helemaal voor me.