Uit eten gaan als afsluiting van de vakantie heeft altijd iets wrangs. We hebben een geweldige week gehad, maar nu is die voorbij. Het is gedaan met het uitslapen, het rondlummelen in pyjama, museumbezoek en shoppen. Niet meer uren lui op de bank netflixen. Morgen moeten we weer in het gareel en zitten we als altijd vast aan de routine van vroeg opstaan, brood smeren en pauzehapjes maken. Vanavond is de stemming extra bedrukt. Ik maak me zorgen over de studie-activiteiten van grote Mien (of het gebrek daaraan) en ik ben boos over iets futiels en het lukt me niet die bui af te schudden.
Gelukkig is het in het restaurant als vanouds. De mientjes nemen de tafel over met hun schriftjes, stiften, knuffels en prulletjes die onontbeerlijk zijn als je ergens gaat eten. Ruimte voor bestek of borden wordt schaarser naarmate de avond vordert. Vandaag is het thema strips en omdat ik me niet wil laten kennen teken ik een flauw mopje. Kleine Mien krijgt een idee en aan haar pretoogjes kan ik zien in welke richting ik het ongeveer moet zoeken. Ze schermt haar tekenblok angstvallig af voor nieuwsgierige blikken om de verrassing maar zo groot mogelijk te maken.
‘Hoe schrijf je patiënt?’
Eindelijk mogen we het zien. En horen, want ze draagt graag voor uit eigen werk.
‘Dokter, als ik ijs eet verander ik in een ijsblok.’ Tekening van een stokmannetje in een vierkant, dat kennelijk het ijs moet voorstellen.
‘De dokter zegt: stop dan. De patiënt zegt: met poepen?’
Het is zo onverwacht dat ik in lachen uitbarst. Wij allemaal. Kleine Mien misschien nog wel het hardst.
Groep nul, noemen wij deze humor thuis en dat is niet positief bedoeld. Maar vandaag is het hilarisch en precies wat we nodig hebben om de vakantie waardig af te sluiten.
Morgen weer in het gareel.