En het was al zo’n zware week, die dagen voor de sterfdatum. Ook zonder dat alles uit elkaar viel of er domweg mee ophield.
Maar het leek wel alsof alles in het hele universum samenspande om ons het nog moeilijker te maken. Niets liep, die week. School niet, werk niet, het huishouden niet, niets. Nou ja, ik wel. Ik liep uren en uren. Deels uit de overtuiging dat ik als alleenstaande ouder vooral gezond moet blijven, deels omdat er toch weinig anders te doen viel en deels vanwege een onzinnig doel dat ik mezelf heb gesteld waarbij ik op 31 december op duizend mijl kan terugkijken.
Ik liep dus, maar verder deed niets dat.
De wasmachine ging stuk. Natuurlijk net toen er een berg weg te werken was, vol door de pubers onontbeerlijk geachte kledingstukken. De wc trok niet meer goed door en bleef maar doorstromen. De verwarmingsknop was al een tijdje niet in werking en de douche lekte.
Ik wist het zeker. Ik ben niet in staat deze wereld in mijn eentje het hoofd te bieden. Niet in emotioneel opzicht, maar ook zeker niet op het praktische vlak.
Ik deed het enige dat er op dat moment nog te doen was: ik huilde.
En toen waren er ineens lichtpuntjes.
Twee collega’s van mijn lief kwamen langs. Ze hadden een prachtig beeld laten maken met daarop een plaatje waarop stond dat ze hem missen. De collega die mijn blog leest had bovendien Marktplaats afgespeurd naar de rood-wit gestippelde theepot die ik onlangs had beschreven. Samen met het bijpassende suiker- en melkstelletje zette ze het voorzichtig op tafel. Ik was zo ontroerd dat ik amper een woord kon uitbrengen.
Van een oud-collega kreeg ik een appje. Ze was op mijn blog gestuit en had op die manier gelezen over mijn lief. Ze schreef dat ze me wilde verrassen, en stuurde een foto van een theepot, een aantal mokken, een suiker- en melkstelletje en een vrolijke bolle voorraadpot. Allemaal rood met wit gestipt, precies zoals ik beschreef in een van mijn blogs. Voor mij.
Weer schoten de woorden tekort en kon ik eigenlijk alleen maar huilen.
Ik heb de theepot op mijn mooie nieuwe plank gezet, en ook de rest van het servies zal daar een prachtig plekje krijgen. En iedere keer dat ik naar de theepot, de mokjes of de koekjespot met zijn ronde buikje kijk zullen ze me eraan herinneren dat er mensen zijn die het beste met ons voor hebben. De collega’s van mijn lief en mijn oud-collega, die zoveel moeite hebben gedaan om met zo’n attent cadeau te komen. Maar ook de oud-buurman die de wc kwam fiksen en me geruststelde over de wasmachine. De buurvrouw die nog wel iemand wist voor de tuin. De vriendin van ver, die een middag langskwam toen ik het net heel goed kon gebruiken. De vrienden die een lieve kaart brachten en regelmatig lekkere maaltjes komen brengen. Vriendinnen die met me wandelen en me laten uitrazen of juist helpen mijn zinnen te verzetten. Vrienden die lieve post sturen met soms wat lekkers. Mijn pubers die deze week zo goed meedachten en liters thee zetten. De lieve mensen die met bloemen en kaarten lieten weten dat ze mijn lief nog niet uit hun gedachten is, en wij daarmee ook niet.
Ik heb veel gehuild deze week, maar er waren ook de nodige tranen van ontroering bij.
Soms is het zoeken naar lichtpuntjes, en soms staan ze zomaar voor je neus, pal in het zicht. Rood met witte stippen.
Och wat heb je het weer prachtig verwoord. En wat fijn die kleine lieve gebaren in dit vreselijke verlies.