Zó geniepig is het, zo venijnig. Niet op de hoogtijdagen slaat het toe, de dagen waarop iedereen het begrijpt, waarop mensen ‘Ach ja, natuurlijk’ zeggen en ‘neem je tijd we denken aan je.’
Nee, juist in die gewone week. De week waarin het eindelijk wat warmer wordt, we weer naar buiten kunnen, we weer wat mogen. Net als het op het werk best lekker gaat en ik het idee heb dat ik niet alleen mijn volledige werkweek aankan, maar ook nog aardig zinnige dingen zeg.
Dan gaat het ineens niet meer en is iedere dag een bezoeking. Alles is een herinnering die pijn doet of een besef van nooit meer.
In een reactie op een eerder blog ontving ik een TED-talk over veerkracht. Eén van de belangrijkste dingen daarbij is om het goede te blijven zien. Om te genieten van alles wat mooi en bijzonder is, hoe klein ook.
En echt, ik heb het geprobeerd. En er was ook veel moois. Dat werk bijvoorbeeld, waarin er momenten zijn dat ik voel een verschil te kunnen maken. Die ene middag toen ik de pubers met thee opwachtte en ze uit school nou eens wél met verhalen kwamen in plaats van meteen naar boven te sprinten. Het spel dat we samen speelden en de lach van de pubers om een blunder van mij.
Maar het lukte niet. Er was niets aan de hand en toch wilde het niet lukken.
In het rommelhok struikelde ik over een boek. Het feit dat het aan de dozen voor de kringloop was ontkomen moest, gelet op de slechte staat waarin het verkeerde, wel betekenen dat er iets instond dat de moeite waard was. En dat was zo. Toen ik het opende las ik een paar regels van een songtekst die mijn lief voor mij had opgeschreven. Aan het handschrift te zien was het in het begin van onze verkering. Je kon de potloodlijntjes waarmee hij het eerst had opgeschreven nog zien staan hier en daar.
Het was mooi en lief, een vondst om dankbaar voor te zijn.
Maar in deze week vol moeite en verdriet was het alleen maar wéér iets om tranen over te vergieten.
Zo’n week was het zomaar ineens. Geen veerkracht meer, de rek er volkomen uit.
Ik laat me overspoelen, en probeer mee te wiegen als bamboe in de wind, in de hoop en de wetenschap (al voel ik die nu niet, niet van harte) dat zo’n week niet betekent dat het ook zo’n maand wordt. Zo’n jaar. Zo’n leven.
♥️