Bot

Uitgaande van het gegeven dat alles in het universum in balans is of komt, staan ons nog heel wat botte opmerkingen en vervelende mensen te wachten. Het medeleven en de belangstelling na de dood van mijn lief is overweldigend. De stroom kaarten eindeloos, evenals de hoeveelheid bloemen die iedere dag bezorgd worden, de telefoontjes, appjes en mailtjes.
Op dit moment koesteren we ons alleen maar in de warmte, maar in mijn achterhoofd klinkt een stemmetje dat het niet zo kan blijven. Lees verder “Bot”

coronadays deel twee

Een jongen uit kleine miens klas heeft een knuffeltrui. Zo’n trui om in te wonen, die zijn armen om je heen slaat en je in zijn lekkere omhelzing laat zwelgen.  Zo’n trui die zo zacht is dat je de hele dag over je armen of je buik wil wrijven, en die dan een glimlach op je gezicht brengt.
Hij is hem zeker twee maten te groot en van een nogal onbestemde kleur waardoor hij niet eens echt mooi is, maar iedere keer dat de jongen hem draagt denk ik: die wil ik ook!
Ik heb het natuurlijk nooit tegen hem gezegd, ik kijk wel uit, dan draagt ie hem nooit meer. Een trui wordt er niet aantrekkelijker op als een ouwe taart hem leuk vindt. Lees verder “coronadays deel twee”

Corona-days

De nummer één tip van thuiswerkers is altijd: kleed je aan. Ga gewoon douchen, doe kleren aan, blijf niet in je pyjama rondhangen. Vandaar dat ik vandaag, in mijn gedwongen thuiswerkperiode vrolijke sokken aan heb getrokken, zodat ik iedere keer dat ik naar beneden kijk in ieder geval iets heb om over te glimlachen. Want niemand heeft het over schoenen gehad. Thuiswerken doe je op sokken. Lees verder “Corona-days”

lente!

Het was nog geen rokjesdag, nog lang niet. Maar er zat iets in de lucht.
Volgens meteorologen was de lente al begonnen. En hoewel ik vasthoud aan de 21e maart als begin van dat heerlijke voorjaar, toch voelde ik, rook ik, proefde ik al iets van de belofte. Lees verder “lente!”

Geen haast

‘Hoeveel handdoeken heb jij eigenlijk nodig?’ vraag ik terwijl ik haar afdroogritueel bekijk.
‘Vier,’ zegt ze op een toon alsof ze zich niet kan voorstellen dat er een ander antwoord mogelijk is. ‘Kijk..’ Ze doet het even voor. Eén voor de benen, één voor de achterkant… Ze rost over haar haar alsof dat haar iets heeft aangedaan waarvoor het moet boeten.  Lees verder “Geen haast”

Rode draad

‘We worden Peter R. de Vriesjes,’ zegt mijn lief, als ik mopper over hoe knullig de politie in de serie die we kijken te werk gaat. Hij doelt op een opmerking van de misdaadverslaggever dat hij zich altijd kapot ergert aan hoe politiewerk wordt uitgevoerd op tv. Het moet kloppen en anders hoeft het voor hem niet. Nou ben ik geen kenner van de politiemethoden in Spanje, Noorwegen, Zweden, Mexico of vul maar in, dus hoe het er in die landen aan toegaat weet ik niet, maar voor mij moet het in ieder geval geloofwaardig zijn. En een modellenmooie inspecteur die met een nadenkend gezicht voor zich zit uit te staren en drie dagen na de moord nog aan het overleggen is of ze de hoofdverdachte vanwege de publiciteitsgevoeligheid nu wel of niet moeten ondervragen, is dat zeker niet. Lees verder “Rode draad”

Fantasie

‘Een slak! Mama, kijk! Een slak!’

Het jongetje bij de bushalte springt opgewonden op en neer en trekt aan de lange jas van zijn moeder. ‘Een slak! Het is een slak!’

Ik heb het gezin wel vaker gezien, de moeder die meestal in een voor mij niet verstaanbare taal met haar kinderen spreekt, een klein jochie en twee iets grotere meiden. Ze gaan altijd vroeg met de bus, ze staan er al voor het licht wordt. Waar ze precies naar toe gaan is me niet duidelijk, ze stappen niet altijd bij dezelfde halte uit. Het is in ieder geval altijd een hele onderneming, hun reis, waar een uitpuilende buggy, verschillende rugtasjes en veel jassen en sjaals en handschoenen aan te pas komen. Lees verder “Fantasie”