Moeten

Wanneer je door de bizar grote paleistuinen loopt en je klein en nietig weet op de trappen naar een gebouw waarin ooit echt mensen hebben gewoond en geleefd zou je bijna vergeten dat hier ook de sporen zichtbaar zijn van een meer recente geschiedenis. Eentje die ik nog heb meegemaakt. Lees verder “Moeten”

Duitsland

‘Je denkt toch gewoon dat je in Frankrijk bent?’ vraagt de puber, de armen wijd om al het moois om ons heen te omarmen. Ik snap het gevoel: de zon, de blauwe lucht, de temperatuur en dan de overdadige paleizen met oneindige raampartijen en prachtig aangelegde tuinen. Het heeft iets Frans, maar tegelijkertijd is het Duitser dan Duits.
Er zijn mooie ruime parkeerplaatsen, niet al te duur en goed aangegeven. Er zijn overal toiletten, die bovendien schoon en netjes zijn. Bij het kaartverkooppunt waarderen ze het als je je in je steenkolenduits verstaanbaar probeert te maken, maar ze schakelen zonder te vragen of je in verlegenheid te brengen op het Engels over, alles om jou maar op je gemak te laten voelen.
Waarom,  vraag ik me steeds vaker af, zou je in vredesnaam naar Frankrijk gaan als Duitsland ook een optie is? Lees verder “Duitsland”

Berlijn

In de vijfde klas van de middelbare ging ik op werkweek. Bij ons op school kon je uit twee bestemmingen kiezen: Parijs of Berlijn. Natuurlijk koos ik de laatste. Ik had geen Frans meer in mijn pakket, maar belangrijker nog: in Parijs zou ik heus nog wel een keer komen, redeneerde ik, maar Berlijn… Berlijn was een buitenkansje. Wie ging er nou naar een stad achter het ijzeren gordijn? Het was nu of nooit, dat wist ik zeker. De gedachte dat eens de muur zou vallen en Berlijn net zo’n gewone bestemming werd als Praag of Lissabon kwam niet eens bij me op. Lees verder “Berlijn”

Thuis

‘Dag huis!’ zeg ik. Dag tuin, denk ik er achteraan, dag opbergschuur. De pubers zouden het niet begrijpen. Generatiedingetje. ‘Dag poezen,’ zeg ik daarom maar. Normaal zou ik nu even opzij kijken, met het scheve beverige lachje dat mij eigen is als we op vakantie gaan. Dat lachje dat alle beren op de weg probeert te negeren. Dat zich paniekerig afvraagt: hebben we alles wel bij ons? Hebben we niet teveel mee? Is de verzekering wel geregeld, zijn alle ramen dicht, hadden we niet nog ergens een water- , lucht- gaskraan moeten dichtdraaien? Waarom willen we eigenlijk weg van thuis? En wat als…. Lees verder “Thuis”

Mooi

Dit, dacht ik, terwijl ik me in een innige omhelzing stortte, dit heb ik dus gemist, drie jaar geleden.
Het was niet eens de bedoeling dat we in een rijtje bij de deur zouden staan om iedereen te verwelkomen. Liever niet zelfs, had ik van tevoren gedacht. Ik wilde geen stijve condoleancerij, geen tranen voordat het eigenlijk was begonnen. Maar het kwam zo uit;  het ene moment stonden we nog met iemand te praten die van ver kwam en dus aan de vroege kant was, het volgende moment kwam de stroom mensen op gang. En iedereen wilde even knuffelen, laten merken dat ze meeleefden. Ook nu nog, drie jaar later. Op een manier die, toen we de eerste schok nog amper te boven waren, niet kon en, merkte ik nu,  zo hard nodig was geweest. Lees verder “Mooi”

Feestje

Het begint ermee dat de puber zijn verjaardag wil vieren, omdat het al zo lang geleden is dat ie een feestje heeft gehad. ‘We hebben je zestiende toch nog gevierd?’ vraag ik, ‘toen heb ik de kookplaat gesloopt, weet je nog?’
Hij schudt zijn hoofd. ‘Dat was een jaar eerder.’ Lees verder “Feestje”

Missen

Zoveel te delen en zo weinig gehoor.

Dat ik je zo mis.

Dat het alweer de vierde Koningsdag was zonder jou, de vierde keer jarig. Dat het zonnige weer me terugwierp naar dat eerste jaar, toen het voor het eerst met een dreun tot me doordrong dat de wereld voor anderen wel gewoon doordraaide. Een echte Koningsdag werd niet gevierd, vanwege alle coronamaatregelen, maar een buurman had bedacht een feestje-op-afstand te bouwen. Op het dak van zijn carport stond hij te swingen op harde muziek, zag ik toen ik naar de oudpapierbak liep. Daarna zat ik achter het huis en hoorde ik uit allerlei tuinen vrolijke stemmen, gerinkel van glazen, het geluid van gezelligheid. En dat terwijl het in mijn eigen tuin zo akelig stil bleef. Hoe hard het besef aankwam. Lees verder “Missen”

Fiets

Nóg een nadeel van de fietsenwinkel waar ik uiteindelijk terecht kwam: dat we langs het crematorium moesten fietsen om de fiets op te halen. Natuurlijk wist ik wel wat de route was naar de winkel en ook waar die langsvoerde. Maar met de auto ergens voorbijzoeven bleek toch iets heel anders dan in een langzaam fietstempo, waarbij het fietspad bovendien dichter langs het gebouw ging dan de weg waarop ik eerder die dag in de auto had gereden. Lees verder “Fiets”