Het was koud en donker, terwijl ik naar de artiesteningang van de stadsschouwburg in H liep. Onderweg had ik me al een paar keer afgevraagd hoe ik hier ook alweer was terechtgekomen en wat ik hier in vredesnaam kwam doen. Ik had iets gezien op social media, een oproep om mee te doen aan een opera over Don Quichot. Er was een aanmeldformulier en voor ik het wist had ik het ingevuld, verstuurd en kreeg ik een enthousiast mailtje terug: wat leuk dat je meedoet! Lees verder “Had willen”
Hoop
Op de valreep van 2022 ben ik op een feestje. P is jarig en hij viert het na jaren eindelijk weer eens. Tussen neus en lippen door vertel ik P dat ik in het nieuwe jaar een echte start ga maken met ons gezamenlijke verhaalproject.
‘Maar eerst zit ik nog met twee personen in een brandende schuur.’ Lees verder “Hoop”
Vergeten
In het begin van deze eeuw werkte ik samen met collega K, die er een sport van maakte om afspraken op lange tot zeer lange termijn te plannen. ‘Laten we over tien jaar met zijn allen afspreken,’ riep hij dan. ‘Om zeven uur bij dit hotel. Dat staat er vast nog wel over tien jaar.’
Jarenlang had ik in mijn agenda verschillende aantekeningen staan met plaatsen, tijden en mensen die bij de afspraak aanwezig zouden zijn. Ik schreef ze ieder jaar braaf over in de nieuwe agenda, altijd met het idee in het achterhoofd dat het nog héél lang zou duren voordat ik er echt iets mee moest. Maar vergeten mocht ik ze natuurlijk niet. Lees verder “Vergeten”
Kwast
‘Uit wat voor elfendorp kóm jij eigenlijk?’ verzucht de puber.
We staan voor het raam en kijken naar het laagje ijs op het watertje achter ons huis. De boom in een van de aangrenzende tuinen heeft net vannacht gekozen om al zijn blaadjes los te laten, zodat het ijs daar al gecorrumpeerd is, mocht het er dit jaar van komen dat we met de hele buurt bij ons achter gaan schaatsen. De puber vertelt dat hij op de radio heeft gehoord over een dorp waar al op natuurijs kan worden geschaatst. Ik knik. Een stuk ondergelopen grasland.
‘Wij hadden vroeger een ijsbaan in het bos.’ Lees verder “Kwast”
Anders
En weer gaat er iets weg. Weer verdwijnt er iets uit ons huis. Weer verandert er iets.
Ik heb vandaag eindelijk de tijd en de moed gevonden om de dozen die al weken in de weg staan in de auto te zetten en naar de kringloop te brengen. Mijn hart is zwaarder dan het klusje rechtvaardigt. Lees verder “Anders”
Corona
En toen was er corona. En ook al wist ik dat het nooit echt was weggeweest, toch schrok ik er weer van. Want ik wilde natuurlijk heus wel voorzichtig doen, maar ook ik zat zonder mondkapje in de bus, ging uit lunchen met collega’s, borrelde gezellig mee en liet me niet onbetuigd bij een potje Dalmutti bij ons thuis met aangewaaide pubers. Ook ik ging mee in dat collectieve gevoel dat het weer kon, weer mocht, en dat we veilig waren.
Hoe vaak had ik niet een wattenstaafje diep in een snotterig neusgat gestoken, om dan te constateren dat er niets aan de hand was. Eén streepje, zie je wel. Je mag gewoon naar buiten. Corona leek steeds meer op een nare herinnering. Iets van toen, o ja, zo ging dat destijds. Lees verder “Corona”
lovesong
“Mag het licht uit?!’ klonk het uit duizenden kelen in de Ziggo dome.
Terwijl iedereen natuurlijk wel wist dat zometeen het licht in de zaal juist zou aangaan, na deze allerlaatste toegift.
We waren bij het afscheidsconcert van De Dijk. Niet hun allerlaatste, wel de laatste waar ik bij zal zijn. Vriendin W had kaartjes weten te scoren en samen met vriendin A togen we die zaterdagavond naar de concertzaal. Het einde van een traditie, die altijd begon met een sprongetje van mijn hart als ik zag dat ze weer in de buurt waren, en meestal eindigde met een berichtje van deze of gene of ik zin had om te gaan.
Deze keer had ik geen zin. Ik had nergens zin in, de hele week al niet. Misschien zelfs de hele maand al niet. Niet in De Dijk, niet in de dag, niet in het leven. Lees verder “lovesong”
File
Ik had opgezien tegen deze dag, vanwege de lange rit die we nog voor de boeg hadden. Door een gepland uitje op de terugweg kwam het zo uit dat de laatste dag de grootste afstand moest worden overbrugd. Ik had geanticipeerd op een stijve nek, moeie benen en hoofdpijn van het ingespannen opletten.
Maar, hield ik mezelf voor, het was maar één dag en dan zouden we weer lekker in ons eigen huis zijn, met ons eigen lekkere bed, de vertrouwde poezen om ons heen en onze eigen ruimte.
En als we maar genoeg pauzes namen zouden we het heus wel overleven. Lees verder “File”
Afscheid
Als ik aan de laatste keer dat we in Zweden waren en afscheid namen van mijn broer denk zie ik twee dingen voor me: de parkeerplaats waarop we elkaar gedag zeiden, en de brug van Zweden naar Denemarken. Beide plaatsen zijn troebel door de tranen. Vooral bij de brug kan ik het gevoel duidelijk oproepen dat ik destijds had: dat ik wegreed bij mijn familie, hen achterliet en de bloedband door afstand beetje bij beetje verder oprekte.
Het slaat nergens op. De parkeerplaats klopt. Ik zie ons er nog staan.
We komen er deze vakantie iedere dag langs. De eerste keer riep de kleine puber: hier gingen we de vorige keer afscheid nemen. En jij moest huilen, mam!
Maar die brug, dat was een andere keer, jaren eerder. De laatste keer gingen we immers met het vliegtuig en reden we dus in onze huurauto naar het vliegveld in Oslo. We zagen de brug misschien vanuit de lucht, maar dat herinner ik me niet eens. Lees verder “Afscheid”
Terug
Iedere vakantie merk ik het weer: de laatste dagen ben ik in gedachten alweer bezig met de terugreis. Na hoelang rijden zullen we ongeveer stoppen? Wat nemen we mee voor onderweg in de auto? Zal alles wel in de achterbak passen? We hebben immers zoveel dingen bijgekocht. Zal ik anders dat ene shirt waar al wat kleine gaatjes in zitten en nu ook nog die vlek die er na het wassen niet uit is gegaan, maar hier laten, in de vuilnisbak?
Soms gaan de gedachten zelfs nog verder, naar het thuisfront. Moeten we de dag na terugkomst meteen naar de buurtsuper? Hoe zou het met de poezen zijn? Ben benieuwd of er nog leuke post is gekomen. Lees verder “Terug”