Alles

Ineens was het alles, alles was het.
Het gedoe rond het nieuwe paspoort van de puber, waardoor het leek alsof het domweg niet zo mocht zijn, omdat er telkens iets misging. De examenstress. De blessure van de puber die erger leek dan het zich eerst liet aanzien. Iemand tegenkomen tijdens het wandelen die me herinnerde aan de herdenkingsdienst die nog steeds niet heeft kunnen plaatsvinden. Hoe leeg en kaal de uitvaart van mijn lief was. Hoe akelig het was om op de parkeerplaats van het crematorium afscheid te moeten nemen. Hoe we daar stonden, op die parkeerplaats, terwijl we de auto met daarin mijn lief zagen wegrijden. Het was al lopend huilen, midden op straat, bij de herinnering.

Het was de komende lockdown en de zorgen die daaruit voortvloeien. De ontbrekende onderdelen van de kunstkerstboom. Het waren de klachten van voor de operatie die weer opkwamen, en de vrees dat de wortelkanaalbehandeling misschien niet afdoende was.
Het was alles. Het was december. Het was horen over andermans kerstplannen die niet door konden gaan, en je realiseren dat je zelf niet eens een lief had om grootse en meeslepende plannen mee te hebben. Het was het donker, het grijs buiten en het binnen waar het ook maar geen licht wilde worden.

Toen de wifi er ook nog mee ophield braken de sluizen.
Want hoe, hoe dan, hoe kan ik dit alles het hoofd bieden zonder mijn lief? Ik, die niet eens weet wat precies de router is, hoe de boel is aangesloten. Als praktische zaken me al boven het hoofd groeien, hoe moet het dan met Het Leven? Hoe kan ik het donker van de lockdown aan zonder zijn relativering, zijn lach, zijn optimisme, zijn sterke armen om me heen?
De wifi werd het symbool voor alles wat er mis was. Het was zwarter dan zwart, een diep donker gat. En de tranen maakten het uitzicht nog troebeler.

En toch waren daar ineens mensen die krasjes maakten op het donker om me heen. Nog niet genoeg om licht door te laten, maar in ieder geval een manmoedige poging daartoe.

De oud-collega van mijn lief die alles op alles zette om van afstand te helpen op ict gebied. De puber die het gesprek met haar overnam omdat ik bij de eerste zin al het spoor bijster was. De medevrijwilligers die begripvol reageerden op mijn afzegging op het laatste moment, omdat ze snapten dat er geen eindtermijn bestaat voor rouw. De kleine puber die zonder morren accepteerde dat ze haar middag zonder wifi en dus ook zonder de door haar zo geliefde youtube filmpjes moest doorbrengen. De vriendin die voor iets anders belde maar meteen aanbood om langs te komen om de wifi te fiksen.

En dan mag ik het gemis van mijn lief en zijn omhelzing pijnlijk voelen, ik weet me ook gedragen door de vele virtuele armen om me heen. En al is dat niet hoe het zou moeten zijn, misschien is dat voor nu goed genoeg.

Goed genoeg om te weten dat dit dal niet het eindstation is, dat er ergens een weg is die me weer omhoog zal voeren. Als er maar genoeg krasjes in het donker komen kan er een klein streepje licht gaan schijnen. En ik weet hoe het is met kleine streepjes licht: als je er door je oogharen naar kijkt, je ogen een klein beetje toegeknepen, dan lijkt het al snel heel wat.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *