Het begon om acht uur die ochtend, met een appje waarin mijn vriendin informeerde wanneer de uitslag kwam. Meteen werd ik plaatsvervangend zenuwachtig. O ja, die uitslag. Het Grote Oordeel. Hoe waren de examens gemaakt?
De mentor van de puber zou pas vanaf kwart voor drie bellen, dus we zouden nog wel een tijdje de kriebels hebben
Bij mijn eigen examen ging het anders: alleen de mensen die gezakt waren werden gebeld. Als je voor twaalf uur ’s middags niets had gehoord kon je ervan uitgaan dat je was geslaagd. Zodra de klok twaalf sloeg hing ik aan de lijn om mijn vriendin in het oor te gillen dat ik geslaagd was. Zij reageerde pissig dat ze had willen wachten tot tien over, want je wist maar nooit. Alleen wist ik het wel. Ik stond er zo goed voor dat zelfs een her niet bij mij opkwam. Mijn ouders waren er ook zo van overtuigd dat ik het zou halen dat ze doodgemoedereerd boodschappen gingen doen. Voor mij geen ouders die op van de zenuwen naast de telefoon zaten.
Dat was bij mijn broer, een jaar eerder, wel anders. Bij iedere keer dat de telefoon begon te rinkelen schoot iedereen even in de stress. En net die ochtend werd er natuurlijk ontzettend vaak gebeld. Eén keer zag ik mijn broer wit wegtrekken, toen mijn moeder de telefoon opnam en zei: ‘Ja hoor, die is er. Ik zal hem even roepen.’ Het bleek een telefoontje voor mijn vader te zijn.
Van tevoren hadden we nog grote lol gehad om een van zijn vrienden die zeker wist dat ie geslaagd was maar tegen zijn moeder had gedaan alsof het erom hing. Zijn moeder deed haar best de wijzers van de klok vooruit te kijken, terwijl hij lekker in zijn bed lag uit te slapen. Hahaha, lachten wij, hahaha, die ouders. Die zenuwlijders.
En ineens ben je zelf die ouder. Heel erg nerveus was ik ook weer niet, want de cijfers die gehaald moesten worden waren niet van zodanige hoogte dat het een onmogelijke opgave zou zijn. Maar het zelfvertrouwen van de puber was een paar dagen na de gemaakte examens wel wat gedaald. Had ie die ene vraag nou eigenlijk wel goed begrepen? En hoorde hij nou van zijn medeleerlingen dat het heel streng werd nagekeken? En wat als hij toch… of niet… of…. Zo werd het vanzelf een zenuwengedoe.
Al deden we natuurlijk zo normaal mogelijk. De dag ging zijn gewone gangetje, maar wat duurde het lang voordat het eindelijk drie uur werd.
Een ielig stemmetje bij het opnemen van de telefoon. Een gezicht waar maar weinig van af te lezen viel. En dan een voorzichtige glimlach die zich steeds verder verbreedde tot een grijns die de wereld kon verzwelgen. Geslaagd!!!
De trotse omhelzing werd halverwege afgekapt. Want er moest worden geappt, gebeld, gemaild. Er was een hele administratie af te werken. De mensen die ik inlichtte stuurden hem hun felicitaties. En door de mensen die hij zelf benaderde werd ik vervolgens gefeliciteerd. Wat zul je trots zijn. Goed gedaan. Trotse moeder. Wat een goed nieuws.
Eén appje verwoordde wat onder alle andere felicitaties lag: wat had je dit graag met je lief meegemaakt.
En zo was het. Vrolijk en droef. Trots en droef.
Fijn om mee te maken als moeder in plaats van als scholier. En droef om ALLEEN mee te maken als ouder.
Het is een realiteit bij veel gebeurtenissen in ons leven. Onder elke blij ligt een laagje droef. Soms een dikke laag, soms alleen een randje.
Vandaag is het als een dun wimpeltje aan de vlag die trots aan ons huis hangt te wapperen.