Ik had een deadline.
Het was een duidelijke opdracht, het thema was bepaald en de datum van oplevering lag ver in de toekomst. Ik had er alle vertrouwen in. Ik omcirkelde een datum in mijn agenda, drie weken te vroeg. Het ging om een voorleesverhaal voor op een kamp. Er moesten verschillende rollen zijn en het leek me goed als iedereen zich van tevoren kon inlezen. Ik had nog geen idee en ook niet echt een gevoel bij het thema.
Tussendoor vroeg de opdrachtgever hoe het ging. Ik gaf ruiterlijk toe dat ik nog niet eens was begonnen en glimlachte vertrouwenwekkend. Het zou goedkomen. De deadline was een vaag concept, iets waarvan ik diep in mijn hart wel wist dat het er was, maar ook weer niet. Niet echt.
De datum in min agenda kwam en ging. Ik moest denken aan het citaat van schrijver Douglas Adams die zei dat hij hield van het geluid van deadlines als ze voorbijvlogen.
Ik bedacht een nieuwe einddatum, en nog één en nog één.
Er moest nog meer gebeuren voor het kamp. In de tijd waarin ik aan het verhaal moest schrijven knipte ik rondjes uit gekleurd papier en plakte ze op schijven.
Een week voor de deadline zette ik het eerste woord op papier. De deadline was ineens heel concreet geworden en de stress die ermee gepaard ging ook. Ik maakte me druk en glimlachte niet zoveel meer en al helemaal niet vertrouwenwekkend. Zou het echt goedkomen?
Op de ochtend van de opleverdatum was het verhaal af. Te laat. Als ik meer tijd had gehad, had ik de dubbelingen eruit gehaald die ik hoorde toen het verhaal werd voorgelezen. Ik had nog wat extra spanning toegevoegd en meer humor.
Ik had mijn lesje wel geleerd. Dit zou me niet nog een keer overkomen. Bij de volgende deadline zou ik….
Maar de volgende deadline is een vaag concept, iets dat nog zo onwerkelijk is dat het er net zo goed niet kon zijn. En het lesje is al bijna weer vergeten.
Ha ha. Moeten we helpen onthouden? Of je verhaal een dag na deadline 1 hardop voorlezen?
Gewoon lekker blijven schrijven!