Duitsland

‘Je denkt toch gewoon dat je in Frankrijk bent?’ vraagt de puber, de armen wijd om al het moois om ons heen te omarmen. Ik snap het gevoel: de zon, de blauwe lucht, de temperatuur en dan de overdadige paleizen met oneindige raampartijen en prachtig aangelegde tuinen. Het heeft iets Frans, maar tegelijkertijd is het Duitser dan Duits.
Er zijn mooie ruime parkeerplaatsen, niet al te duur en goed aangegeven. Er zijn overal toiletten, die bovendien schoon en netjes zijn. Bij het kaartverkooppunt waarderen ze het als je je in je steenkolenduits verstaanbaar probeert te maken, maar ze schakelen zonder te vragen of je in verlegenheid te brengen op het Engels over, alles om jou maar op je gemak te laten voelen.
Waarom,  vraag ik me steeds vaker af, zou je in vredesnaam naar Frankrijk gaan als Duitsland ook een optie is?

‘Zou u misschien, als het niet te veel moeite is, een foto van ons willen nemen?’ Een jonge man met een licht nerderig uiterlijk kijkt me verontschuldigend aan. Zijn vriendin op wie hij duidelijk erg verliefd is verschuilt zich achter hem. Uit de omslachtige manier waarop hij zijn vraag stelt blijkt dat de man een eventuele weigering al incalculeert. Als ik met een vriendelijke glimlach zeg dat ik dat natuurlijk wel wil doen laat de man een opgeluchte zucht ontsnappen. ‘Dat is heel lief van u!’
Kom daar maar eens om in Frankrijk.

Ik heb al vaker gemerkt dat het stomme clichébeeld dat in Nederland over Duitsland en de Duitsers leeft niet klopt. Het Duits dat je hier om je heen hoort is vriendelijk en zangerig, en heeft niets te maken met het gebral dat wij Nederlanders met het Duits associëren. De mensen in winkels en restaurants zijn behulpzaam en aardig en hoewel ik mezelf in het verkeer in situaties heb gebracht die mij in Nederland zeker een dikke vinger hadden opgeleverd is mij hier nog geen verontwaardigd getoeter ten deel gevallen.

Ik ben fan. Het is hier mooi, rustig, cultureel en zonnig. Er is over dingen nagedacht. Treinen rijden op tijd en er zijn goede voorzieningen. En ook al zegt het vooroordeel dat Duitsers geen humor hebben, over hun nummerborden kun je je in ieder geval wel vrolijk maken.

Bijkomend (in mijn ogen groot) voordeel is dat je (zeker als je uit het Oostelijke deel van Nederland komt) kunt verstaan wat mensen tegen je zeggen en dat je ieder bord dat je ziet kunt lezen en begrijpt.
Dat is ook het geval met het grote koord dat in de drogisterij hangt. Volgens de tekst erop mag je aan het koord trekken als je in de rij staat en vindt dat er een kassa bij moet.
We zijn de enigen in de winkel. Het koord lonkt, als een grote rode knop waarvan je domweg MOET weten wat er gebeurt als je er op drukt.

‘Zal ik eraan trekken?’ spreekt de puber hardop uit waar ik mezelf van probeer te weerhouden.
Zal hij? Ik ben benieuwd naar het geluid dat het klingeln veroorzaakt, en naar de reactie van het winkelpersoneel. Maar zal hij echt?
Dan komt de mevrouw van de winkel eraan gesneld. Met een boos gezicht roept ze: ‘NEIN!’ op een manier die niets aan de verbeelding overlaat.

Dit Duits valt met de beste wil van de wereld niet als zangerig of vriendelijk te omschrijven. We kijken elkaar veelbetekenend aan. Soms zijn clichés niet voor niets clichés geworden.

Eén antwoord op “Duitsland”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *