Fiets

Nóg een nadeel van de fietsenwinkel waar ik uiteindelijk terecht kwam: dat we langs het crematorium moesten fietsen om de fiets op te halen. Natuurlijk wist ik wel wat de route was naar de winkel en ook waar die langsvoerde. Maar met de auto ergens voorbijzoeven bleek toch iets heel anders dan in een langzaam fietstempo, waarbij het fietspad bovendien dichter langs het gebouw ging dan de weg waarop ik eerder die dag in de auto had gereden.

Ik moest een nieuwe fiets. En nee, ik wilde geen elektrische (dat was de vraag die tien van de tien mensen stelden toen ze hoorden dat ik een fiets ging kopen). Dat beperkte mijn keuze drastisch, bleek.
Gelukkig had ik niet veel eisen en bovendien hou ik wel van een overzichtelijke keuze, zodat ik al snel het aantal potentiële nieuwe fietsen teruggebracht had tot twee. Ik dacht dat ik gemakkelijk zat de knoop kon doorhakken. Per slot van rekening ben ik van de snelle beslissingen als het om grote aankopen gaat. Over een nieuwe vulpen kan ik weken nadenken en een nieuw opschrijfboekje dat ik natuurlijk helemaal niet nodig heb koop ik niet lichtzinnig. Maar zaken als auto’s, zonnepanelen en zelfs een nieuwe badkamer kan ik sneller aanschaffen dan sommige vrienden van mij doen over het kopen van een nieuwe jas.

Het overviel me daarom dat het deze keer niet zo gemakkelijk was. De ene fiets was ontegenzeglijk mooier en bovendien een stuk goedkoper. De andere was van het merk waarop ik al jaren rijd en reed een stuk lekkerder. Een stuk. Maar ook vierhonderd euro lekkerder? Ik dacht en wikte en woog. Ik sliep er nog een nachtje over, maakte nog een proefrit. Wat wilde ik graag overleggen, de verzekering krijgen dat ik er goed aan deed. Zo ging dat vroeger altijd. Als ik toch twijfelde aan mijn (te?) snelle beslissing dan was daar altijd mijn lief die het zo wist te brengen dat ik heus geen spijt zou krijgen. En dat er, zelfs als het toch niet helemaal goed was, heus wel een mouw aan te passen was.  In mijn eentje woog de beslissing ineens zwaar. Stiekem hoopte ik op een teken van boven, iets van mijn lief, het gevoel dat ik ineens wist waar ik goed aan deed. Het bleef akelig stil.

Uiteindelijk gaf de service de doorslag. Waar de man van de eerste fietsenwinkel niet verder kwam dan dat het “een prima fietsie” was, terwijl hij nog net de laatste hap van zijn boterham naar binnen schoof, daar was de dame van de tweede zaak kritisch. Ze vond dat ik niet goed op de fiets zat en verstelde iets aan zadel en stuur. En toen ik daarna nog niet goed zat vond ze dat ik een kleinere framemaat moest proberen en ook die fiets moest versteld en geprepareerd worden voor ze tevreden was. Ze dacht mee over snelbinders en wist al mijn vragen vakkundig te beantwoorden. Ze boezemde zoveel vertrouwen in dat ik wist dat ik, als ik dat wilde, aan haar kon vertellen waarom ik het zo lastig vond om te beslissen zonder mijn lief, waarom deze aankoop zo emotioneel was. Niet dat ik dat deed natuurlijk, maar het had gekund. Dat voelde ik en het was een geruststellende gedachte.

Het enige dat nog restte was de fiets ophalen. De kleine puber wilde wel mee. Het was droog en zonnig en er stond maar weinig wind. We maakten er een gezellig ritje van; haast hadden we immers niet.
Tot dat ene nadeel dat ik niet had meegenomen in mijn afwegingen over welke fiets ik zou kiezen: de tocht langs het crematorium.

‘Hier stonden we drie jaar geleden,’ wees de kleine puber. ‘Daar moesten we afscheid nemen.’

We voelden ons weer even daar, op die parkeerplaats, zo kil en koud. Dat we niet naar binnen mochten door de Rona. Dat we daar nog één keer een blik op de kist mochten werpen voordat de lijkwagen wegreed. Dat we daar stonden met het kleine groepje dat bij de uitvaart mocht zijn en dat er nog geen kopje koffie of thee mocht worden geschonken. Dat dit het was. De wagen nakijken waar degene die je nou juist niet kon missen voorgoed in verdween.

Op de terugweg vroeg ze of ze een foto mocht nemen voor insta. ‘Dan zet ik erbij dat ik hier een nare herinnering aan heb.’ Het mocht. Natuurlijk. Al betekende het dat we nu daadwerkelijk stil moesten staan naast het gebouw en niet gewoon een beetje sneller konden langsfietsen.
In gedachten vervloekte ik de keus die ik had gemaakt voor deze fiets, hoe mooi en glanzend en nieuw hij ook aanvoelde.

Misschien ligt het niet aan de plek maar meer aan de maand, deze vreselijke rotmaand. Veel meer dan de maand waarin het lente wordt en alles om ons heen weer lichter wordt is het voor ons de maand van die ene grote gebeurtenis die alles op zijn kop heeft gezet.  De maand van herinneren en herdenken, van tranen en verdriet. De moeilijkste maand van het jaar.

Niet te doen.

Zelfs niet met een mooie, nieuwe, glimmende fiets.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *