foto: Gea Neijsen
Dit weekend zag ik een plaatje op internet voorbijflitsen van een vliegende Robin Williams in de film Peter Pan. Hij grijnst breeduit. Logisch, wie zou dat niet doen als hij kon vliegen? Bovendien heeft hij om te kunnen vliegen fijne gedachten nodig gehad. Even daarvoor zat hij in de film achter een lange tafel tussen de Lost Boys. De jongens vallen allemaal aan op het heerlijkste eten, maar de volwassen Peter is de enige die alleen hompen blauwe, rode en gele smurrie ziet die op zijn bord liggen. “Think happy thoughts, Peter!” moedigen de jongens hem aan, denk aan fijne dingen. Het kost Peter te veel moeite. Hij is teveel de volwassene die overal problemen ziet: de hypotheek, een baan waarin hij niet gelukkig is, de ellende in de wereld.
Ik moest denken aan de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Happy thoughts? Waar dan? Al wat ik hoor en zie is ellende. Donald Trump, nieuwe koude oorlog, Israel, Syrië, vluchtelingen, ziekte. Je zou je voor minder machteloos gaan voelen. Waar zijn de fijne gedachten wanneer je ze nodig hebt?
Vanaf de bank hoor ik gegiechel. Een kennis heeft een stapel Donald Duckjes gebracht die dateren uit de tijd dat ik ze zelf las als abonnee. Mijn dochters lachen zich suf om de moppen uit de moppentrommel en om de doldwaze avonturen van Donald en zijn neefjes. Ik raak vertederd door de oubollige reclames als ik een blad doorblader. Ik had net zo’n suffe pony als het meisje op de foto en de lego waar zij mee speelt wilde ik dolgraag op mijn verjaardag. Dat waren nog eens fijne vrolijke tijden. Toen was er nog geen ellende in de wereld.
Dan denk ik aan mijn ouders. Die maakten zich in diezelfde tijd druk om de treinkapingen die niet eens zo ver van ons huis plaatsvonden. Er was een oliecrisis en er waren autoloze zondagen. Met terreur hadden ze te maken gekregen op de Olympische Spelen in het buurland en Noord-Ierland was een brandhaard die vlakbij lag.
Maar in Duckstad was alles oké en als ik maar hard genoeg mijn best deed kon ik vliegen.
“Mam? Het is blauw en het weegt bijna niks?”
Ik schud mijn hoofd. Geen idee.
“Lichtblauw!”
Ze rolt van de bank van het lachen.
Ze zijn er nog steeds, de happy thoughts. Misschien moeten we iets harder zoeken, maar ze zijn er. Kijk maar goed, ze zijn lichtblauw.