Met Kerst heb ik eigenlijk nooit iets gehad. Als kind vond ik bij de jaarlijkse kerstviering van de zonddagsschool vooral de vertelling met het viltbord leuk, naast de warme chocolademelk (meestal lauwig), de kerstkransjes en het tasje met een boek en een sinaasappel natuurlijk. Minder vond ik het kerstspel. Als dikkerdje kwam ik nooit in aanmerking voor de rol van Maria of zelfs maar van een van de engelen. In plaats daarvan stond ik in een jutezak herder te zijn, ieder jaar weer.
Thuis was het ook al een verplicht ritueel. Nette kleren, rollade, mijn oma die op bezoek kwam. Halverwege het eten wilde ze vaak al naar huis, in haar dementie was ze bang dat haar schoolgaande kinderen voor een dichte deur zouden staan.
Later zorgden de kerstdagen voor gedoe dat al in oktober begon. Welke kerstdag werden mijn lief en ik bij zijn ouders verwacht? En konden we dat afstemmen met de vriendin van mijn broer? Vaak kwam het neer op twee dagen gourmetten met mensen die daar na al het geregel van tevoren al helemaal geen zin meer in hadden.
Eenmaal op mezelf wilde het echte kerstgevoel ook maar niet op gang komen, niet van harte tenminste.
Ik liet veel aan mijn lief over. Het kerstdiner sowieso natuurlijk, dat nam hij altijd heel serieus. Al vanaf begin november werd de stapel kookboeken naast de bank steeds hoger, iedere dag meer versierd met kleurige post-its. Maar ook de versiering en dan vooral de kerstboom. Hoe gezellig ik zo’n versierde boom ook vind, tijdens het optuigen bekruipt me toch altijd de gedachte waar ik in vredesnaam mee bezig ben. Glazen of plastic ballen hangen aan takken van een boom die natuurlijk gewoon buiten hoort. De komst van een kunstkerstboom maakte het gevoel van idioot gedrag er niet beter op.
Maar ja, met kinderen is geen boom geen optie en dus prijkte er ieder jaar een boom met lichtjes en slingers en allerhande ballen in onze kamer. Vrolijk versierd door mijn lief en de pubers, die niet veel snapten van mijn gebrek aan enthousiasme.
Vorig jaar, de eerste kerst zonder mijn lief, zorgde De Rona ervoor dat ik niet in staat was me druk te maken over kerstversiering of dergelijke. Het menu werd voor mij bedacht, de boodschappen voor mij gedaan en de pubers versierden dat het een lieve lust had. Maar goed ook, ook zonder De Rona zou het me teveel zijn geweest.
Dit jaar ontkom ik er echter niet meer aan. De kleine puber dramt al zeker een week over het kerstdorpje dat ze wil opbouwen met kleine plastic huisjes die ze ooit bij een grote supermarkt kreeg. Ze heeft al wat uitbreiding gekocht: bomen die in geen verhouding staan tot de grootte van de huisjes, en om het echt realistisch te maken heeft ze een DHL-busje aangeschaft. Ook dat is groter dan het meest imposante bouwwerk in het dorp, maar met de huidige stand van internetaankopen is dat misschien wel te beschouwen als een statement.
En o, wat mis ik mijn lief bij dit alles. De vele zoetsappige kerstreclames maken rouw en verlies al veel te zichtbaar, veel te voelbaar. De kerstkaarten waarop zijn naam ontbreekt.
Maar nu ook dat praktische; het naar beneden slepen van de boom, de dozen kerstspul afstoffen, bedenken waar we dingen moeten ophangen en hoe. Dat de kersthater van dit gezin de sfeer moet maken.
Ik mis de lekkere geuren in huis, van de proefhapjes die hij maakte om een recept uit te proberen. Ik mis zijn inzicht om de lampjes goed in de boom te krijgen, zijn inzet om het ieder jaar net even iets beter te versieren. Ik mis zelfs zijn enthousiasme voor het kerstspel van de kerk, waar hij ons in meetrok zodat we soms ineens aan een optreden als Maria, engel of toch weer herder vastzaten.
Maar meer dan wat ook mis ik het om samen met hem tevreden rond te kijken naar de kerstsfeer die we toch weer voor elkaar hebben weten te boksen ondanks mijn aanvankelijke tegenzin.
Dit jaar sluit ik niet mijn lief in de armen, maar de pubers die net als hij zo snel mogelijk de kerststemming in huis willen.
En daar is ie, de tevreden grijns van mijn lief, de glinstering in zijn ogen. Als ik goed kijk zie ik hem op de gezichten van de twee liefste mensen die hem net zo erg missen als ik, en die net als ik zijn kerstspirit in ere proberen te houden. Die grijns, die glinstering zorgt voor een glimlach door mijn tranen heen. Een mager glimlachje, dat wel.
Zo’n groot gemis. In alles. En wat een geweldige pubers heb je in huis. Knuffel !