Het uitstellen heeft ze niet van een vreemde en ik kan haar daarom ook nauwelijks kwalijk nemen dat het hele goede-doelen-project van school in de aller-allerlaatste week moest plaatsvinden, daarmee gedoe, rotzooi en stress veroorzakend.
Had ik niet net deze week een opdracht ingeleverd voor een cursus op de laatste dag voor de deadline, terwijl die opdracht al in november was gegeven? En hoe vaak sloeg ik pas een studieboek open als het echt echt niet anders kon?
Er moest geld worden opgehaald voor een goed doel. Ze kreeg van school een klein startkapitaal en verder mochten ze het zelf bedenken. De kleine puber wist het al snel: ‘We gaan kniepertjes bakken.’
Het was een beproefd concept. Voor de Samenloop van Hoop had de puber een keer de hele straat voorzien van kniepertjes, brownies en cake, waarbij de kniepertjes torenhoog de favoriet waren. De typisch Drentse koekjes die je normaal met oud en nieuw eet zijn gemakkelijk te bakken, goedkoop en superlekker. Alleen hadden mijn lief en ik veel van het bakken voor onze rekening genomen en veel van het opruimwerk daarna. Ik voorzag eenzelfde situatie als bij dat project, toen we één keer om half elf ’s avonds nog cakes stonden te bakken omdat de cake van de puber was mislukt en de buur de vier cakes die hij besteld had graag de volgende ochtend wilde hebben. We stuurden de puber naar bed en bleven zelf op, totdat het laatste baksel eindelijk eindelijk uit de oven kon.
‘Maar hoe dan?’ vroeg ik, ‘Wat is het plan?’
‘Dat gaan we vandaag bedenken!’
Ik hoorde ze thuiskomen, de kleine puber met twee klasgenoten. Toen ik even beneden kwam voor een thee-break van het thuiswerken zaten ze te gamen. ‘Zijn jullie al klaar met overleggen?’
Een gebroederlijk knikje.
Waarna er weken niets gebeurde. Hoe ze het precies wilden aanpakken, wilde ik weten. Wie ging bakken, of ze een bestelformulier gingen maken, of de anderen wel een goed wafelijzer hadden.
In de kerstvakantie bood ik aan er voor te gaan zitten en een gedegen plan te maken. Niet nodig. Het kwam echt goed, niks om je druk over te maken, mam. Bij het laatste woord werd met de ogen gerold.
Weer was er een overlegsessie bij ons thuis, en weer liep die uit op een gamemiddag. Ze gingen “gewoon” kniepertjes bakken en die “gewoon” langs de deuren verkopen. Waarom ik eigenlijk al die beren op de weg zag…. Easypiesie!
Totdat het dan eindelijk de laatste week was, en de mede-bakker corona bleek te hebben opgelopen.
De kleine puber keek haar grote broer en mij angstig aan, als een hertje in de koplampen. Geen idee hoe ze het moest aanpakken en wat haar te doen stond.
Dus daar gingen we. En daar ging mijn weekend. De kleine puber kreeg een stoomcursus hoeveelheden ingrediënten berekenen, public relations en het inzetten van bronnen. En in vertrouwen op het vangnet van moeder en broer. Want die deden het leeuwendeel van het werk, van mensen benaderen tot financieel overzicht, tot deeg maken, koekjes bakken en pakketjes in elkaar flansen.
‘Ik vind dat we goed bezig zijn,’ zei de kleine puber vergenoegd terwijl ze een paar kaartjes knipte voor aan de ingepakte koekjes. ‘Gezellig.’
De puber en ik keken elkaar aan en rolden even met onze ogen. Om daarna de afspeellijst met jaren tachtig hits wat harder te zetten. Want zo’n familiebedrijf loopt natuurlijk het best met stevige sing-alongs . En de kleine puber had een punt: we waren goed bezig. En gezellig was het ook.
Toppers