Ooit had de (toen nog geen)puber het plan opgevat om op (toen nog) Koninginnedag op de vrijmarkt te gaan staan. Aangemoedigd door enthousiaste verhalen van de buren die om vijf uur ’s ochtends het dorp in gingen om het beste plaatsje te bemachtigen en terugkwamen met vette winsten en nieuw gesmede vriendschappen-voor-het-leven met de verkopers om hen heen, wist ze ons uiteindelijk zo ver te krijgen dat we meegingen. Bij vijf uur ’s ochtends trokken we de grens. We zouden om acht uur gaan en geen minuut eerder.
Ondanks onze waarschuwingen vooraf werd het voor de puber een tegenvallende ervaring. Het was bitter koud op ons plekje dat zelfs toen de zon er flauwtjes doorkwam in de schaduw bleef liggen. De dame naast ons keek met misprijzend neerhangende mondhoeken naar onze zooi. Zelf verkocht ze oude schoenen en kleding van haar kinderen en ze had geen item in haar kraam dat voor minder dan vijftien euro weg mocht. De mientjes hadden er al na een half uur genoeg van, en wij misten het doelloze geslenter langs de kramen, het lachen om grappige vondsten en de opwinding als je geheel onverwacht toch een pareltje vond tussen de troep. Na een paar uur gaven we het op. Terug naar huis reden we langs verschillende containers zodat we weliswaar niet met vette winsten, maar dan in ieder geval met minder zooi terugkwamen.
Dit jaar wil de puber het weer proberen, op de coronaproof mini-vrijmarkt in onze straat. Het begint met grootse plannen en een heus marktonderzoek (in casu appen met vrienden over wat een redelijke prijs zou zijn). Er worden kniepertjes[1] verkocht en er zullen ‘live’ stroopwafels worden gebakken. Over “binnenlopen” wordt niet gesproken, maar dat ligt wel in de lijn der verwachting.
Maar ja, tussen droom en daad….
We beginnen op tijd, de avond van tevoren, daar ligt het niet aan. Alleen doet het deeg niet wat we willen en niks lukt. Mijn advies om er een nachtje over te slapen en het ’s morgens nog eens te proberen pakt vrij rampzalig uit als we (“ik word toch altijd vroeg wakker”) episch uitslapen en de ochtend al voorbij is voor we aan de slag gaan. En er moet nog zoveel. Het campinggasstel moet worden aangesloten, de tafel klaargezet, de prijslijst gemaakt, de kniepertjes verpakt.
Het deeg is nog volop aan het rijzen als de eerst vraag naar stroopwafels al een feit is. De puber kan het recept dat ze hebben gebruikt bij vriendin L niet terugvinden en het nieuwe recept van google is lastig en ingewikkeld. De eerste lading stroop brandt aan en tot overmaat van ramp ben ik bij het boodschappen doen de suiker vergeten zodat er niet genoeg is voor een tweede poging.
Maar net als de puber het bijltje er bij neer wil gooien is er een buur die van haar suiker af wil, en een vriendin die meehelpt roeren en zegt dat de klontjes helemaal niet zo erg zijn.
Het is gepruts en gedoe en niets gaat zoals gedacht.
‘Volgend jaar doen we het anders,’ zegt de buurman als met vereende krachten een nieuwe stroopwafel in de maak is. ‘Dan…’ En ze filosoferen samen voor de beste aanpak voor maximale opbrengst.
Er zijn gesprekken en ideeën, er is zon, er is gelach en het gepruts is toch ook leuk.
Na afloop hebben we twee pannen die zijn aangekoekt met een dikke laag hard geworden stroop en een keuken waar geen centimeter oppervlak niet kleverig is. En ondanks dat we fysiek amper iets hebben gedaan zijn we te moe voor iets anders dan op de bank hangen met een magnetronmaaltijd.
Volgend jaar gaan we voor écht grote winsten. De plannen liggen al klaar.
[1] Drentse oudejaarskoekjes
Ik kan het helemaal voor me zien. Geweldig. En wat een zooi zal het zijn geweest. En ook een verhaal om over 10 jaar van te zeggen: weet je nog die ene keer?