Mooi

Dit, dacht ik, terwijl ik me in een innige omhelzing stortte, dit heb ik dus gemist, drie jaar geleden.
Het was niet eens de bedoeling dat we in een rijtje bij de deur zouden staan om iedereen te verwelkomen. Liever niet zelfs, had ik van tevoren gedacht. Ik wilde geen stijve condoleancerij, geen tranen voordat het eigenlijk was begonnen. Maar het kwam zo uit;  het ene moment stonden we nog met iemand te praten die van ver kwam en dus aan de vroege kant was, het volgende moment kwam de stroom mensen op gang. En iedereen wilde even knuffelen, laten merken dat ze meeleefden. Ook nu nog, drie jaar later. Op een manier die, toen we de eerste schok nog amper te boven waren, niet kon en, merkte ik nu,  zo hard nodig was geweest.
Een omhelzing, een arm om ons heen, een volle kerk om ons te steunen, en het leven van mijn lief op een waardige manier te gedenken. Allemaal dingen die er toen niet waren. Niet voor het eerst voel ik hoe de coronatijd alles nog moeilijker maakte dan het toch al was.

Ik heb getwijfeld of ik het nog wel zou doen, een herdenking. Was het echt nog nodig, drie jaar na het overlijden? Had het zin? Zou er wel iemand komen?
Maar, om de woorden die vriendin G tijdens de dienst uitsprak te parafraseren:

Wat was het mooi,
wat was het zwaar
en wat was het indrukwekkend.

Natuurlijk moest ik alsmaar huilen, al was het maar om hoe zwaar de pubers het hadden. Bij ieder volgehuild zakdoekje dat ik toegestopt kreeg, en bij iedere traan die ik zag blinken had ik het te kwaad.
De foto’s van mijn lief die tijdens een gevoelig en daardoor o zo heftig lied werden geprojecteerd drukten me weer eens op het grote verlies, het gemis dat nooit stopt.

En dan was er nog al dat moois, al dat liefs, dat me tot tranen toe roerde. De lieve woorden van zijn moeder en zusje, van mijn stoere pubers, van mijn goede vriendinnen en de dominee. De moeite die zoveel mensen hadden genomen om op die snikhete dag in de kerk te zijn.
Sommigen reden er meer dan twee uur voor. Er waren mensen die hun vakantie hadden uitgesteld, of juist een dag eerder waren teruggekomen. Ik was verrast door de komst van mensen die ik niet had verwacht en de mensen die ik wel verwachtte gaven me een warm gevoel omdat ik er niet aan hoefde te twijfelen dat ze er voor mij zouden zijn. Mijn broer en schoonzus waren er, helemaal met het vliegtuig. We hadden zomaar een heel weekend met ze, wat voelde als een echt kadootje.

Na afloop was ik leeg en tegelijkertijd voldaan. Het was zwaar en het was goed.
Het was er allemaal: verdriet, gemis, humor, dankbaarheid. En liefde.
Want die blijft.

 

 

 

Eén antwoord op “Mooi”

  1. Mooi dat je dit hebt opgeschreven, kun je het nog eens teruglezen. Ik heb het ook als heel warm ervaren, heel fijn om nu toch die knuffel, sparmen om schouders, en ja ook zakdoekjes, uit te reiken. Een soort van hand in hand gevoel van missen, verdriet, en steun. Fijn dat jullie hebben doorgezet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *