Ooit

Er is weer eens gedoe. Deze keer is het iets dat ik zelf heb veroorzaakt en dat in zekere zin ook vast leuk te noemen is, maar gedoe is het wel. En ik ben niet zo goed met gedoe. Mijn hoofd zit te vol voor gedoe. Ik ben te moe voor gedoe.

Mijn lief en ik woonden jaren in het huis van ooit. Ooit zouden we eens wat aan de kozijnen gaan doen, die langzaam aan het wegrotten waren. Ooit iets aan de badkamer die steeds opnieuw lekkage gaf. Aan de voordeurbel, en aan het lichtknopje dat maanden op de keukentafel lag en vaak ondersneeuwde onder de papieren, de post en allerhande rotzooi die zich onvermijdelijk ophoopt in villa kakelbontachtige huizen als dat van ons.

Soms kwam het er echt van. Achttien jaar nadat we de woning betrokken en we de keuken al hopeloos lelijk en gedateerd vonden kwam de nieuwe er eindelijk. En de badkamer die het jaren zonder deur had moeten stellen kreeg, toen er in het kader van een uitwisseling mensen bleven slapen eindelijk een echt slot. Maar altijd bleven er projecten, die ooit ooit echt zouden worden uitgevoerd. Meestal was het teveel gedoe en waren we te lui voor gedoe en te tevreden met ons leventje om er echt werk van te maken.

Maar waar ‘ooit’ eens een plaats van dromen was, is het nu een poel van nachtmerries. Want ooit gaan die kozijnen het echt begeven en ooit is de lekkage niet meer met wat kitten op te lossen en ooit stort het dertig jaar oude toilet werkelijk in elkaar.
Mijn leven vergelijk ik regelmatig met balanceren op een slap koord. Het gaat goed, maar er is niet veel nodig om het wankele evenwicht te verstoren. Een klein duwtje, een zuchtje wind en alles stort in elkaar. In dat licht is dit huis van ooit een potentieel levensgevaar.

Hoewel angst in het algemeen een slechte raadgever is, moet ik van mezelf toch zoveel mogelijk risico’s op onbalans wegnemen. En dus komt er gedoe. Er moet worden verbouwd. Er moet worden gekozen. Vrienden van mij bouwden een huis van de grond af, en vonden het heerlijk om al die verschillende keuzes te maken,  maar mij brak bij het uitzoeken van de keuken het klamme zweet al uit. Wat voor kraan we wilden. ‘Gewoon een die het doet’ was niet een serieus te nemen antwoord. Er bleek een catalogus te zijn met minstens zeshonderd kranen. En bij de oven, de magnetron en de kookplaat was het al net zo.

Gedoe. Ik heb er geen zin in. Ik heb er geen puf voor. Maar het moet. En dus vraag ik offertes op, vul ik formulieren in, bedenk ik hoe ik de hypotheek kan verhogen, moet ik een makelaar bellen om het huis te taxeren. Het afkopen van angst geeft bijna net zoveel gedoe als het gedoe dat ik vrees.

Alles voor zekerheid. Voor rust. Voor balans.
Als de grote klussen zijn aangepakt hoef ik me niet meer druk te maken over wat er allemaal mis kan gaan in dit huis van ooit. Dan is dat in ieder geval een hoek van waaruit geen onverwachte wind meer kan komen. En mocht er ooit ooit ooit toch nog iets misgaan of kapot, of aan het eind van zijn levensduur zijn, dan hopelijk pas als er in mijn hoofd wat meer ruimte is voor gedoe, wanneer het dunne koord waarop ik balanceer enigszins is uitgebreid tot een wat stabielere evenwichtsbalk. Ooit zal dat zo zijn. Dat is het ooit waar ik van droom.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *