Pizza

‘Pizza met tonijn en ham,’ zeg ik terwijl ik een punt omhoog hou. ‘Wie heeft dat verzonnen?’
De “Love you” heet hij ook nog. Als we dat niet hadden geweten hadden we waarschijnlijk vreemd opgekeken van hoe vaak de pizzaboer een van zijn medewerkers de liefde verklaarde.

Er zijn twee pizzeria’s in de stad die volgens de locals de beste zijn. Ze hebben veel gemeen, om te beginnen al dat ze er van buiten uitzien als nauwelijks veredelde schuren waarin vast weinig meer zit dan een aftands gasfornuis met twee schamele pitjes. Van binnen zijn ze licht en ruim en doen ze de eerste indruk gelukkig teniet. De ene ademt meer de sfeer van een statig crematorium, al zou het ornament met een brandend nepvuur dat het interieur wat moet opleuken, daar weer niet zo gepast zijn.

Ze worden gerund door twee broers, hoorden we, en toen we dat eenmaal wisten zagen we de gelijkenis. Waar de één oogt als een uitgebluste versie van Saul Berendsen uit Homeland is de ander een stuk kwieker. Hij staat de klanten opgewekt te woord en als ze niet reageren als hij de pizza’s omroept die klaar zijn is hij niet te beroerd ze met hun eigen naam aan te spreken. ‘Kom je pizza eens halen, Morton!’ ‘Per, waar blijf je?’

De pizza’s zijn bepaald exotisch. Een eenvoudige pizza met tomaat en mozzarella is er niet te krijgen maar wel met combinaties als banaan en garnalen, al dan niet met pinda’s en currykruiden. Ze dragen klinkende namen als “Zorro” en dus de “Love you”.
Twee jaar geleden lieten we neef W telefonisch pizza bestellen. ‘So, you love me, huh?’ kreeg hij te horen toen hij om de pizza met ham en tonijn vroeg.
Dat moet de kwieke broer wel zijn geweest, we merken het aan het enthousiasme waarmee hij de pizzabakker opdracht geeft de pizza voor ons te maken.

Vandaag eten we overgebleven pizza als avondeten. We zijn moe, koud en natgeregend, meer dan het opwarmen van restjes zit er niet in. Tijdens de twee uur durende treinreis terug uit Oslo had ik al zitten nadenken over het avondeten. Ik zat naast een jongen die een aflevering van Games of Thrones zat te kijken. Hij installeerde zich zo comfortabel dat hij mijn stoelleuning erbij nodig had en me een bozige blik toewierp als mijn arm per ongeluk de zijne raakte. Af en toe moest hij hardop lachen, wat me bevreemdde, vooral omdat hij op google een aflevering had gezocht waarin een van de hoofdrolspelers doodging.

Een gang naar de supermarkt zag ik echt niet zitten, daar in die stoel waarin ik me zo klein mogelijk probeerde te maken om mijn buurman niet te veel te storen. We moesten nog teruglopen vanaf het station en we hadden de hele dag al zoveel gesjouwd. Bovendien wist ik hoe steil de heuvel naar ons tijdelijke huis is, en zag het er niet naar uit dat het zou ophouden met regenen.
Goddank dus voor de restjes. In onze joggingbroeken en warme fleecetruien zijn opgewarmde pizza’s precies wat we nodig hebben om helemaal bij te komen. Ik schuif het stuk met ham en tonijn, dat warm, vet en vullend is lekkerbekkend naar binnen en snap ineens hoe toepasselijk de naam eigenlijk is.

 

 

2 antwoorden op “Pizza”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *