Uitgerekend op de dag die begint met een foto van een rouwkaart via whatsapp beland ik op een begraafplaats. De moeder van mijn overbuuv is overleden. Niet geheel onverwacht en ook niet op piepjonge leeftijd, maar toch een bericht dat binnenkomt.
Ik ben een rondje aan het lopen en ineens is het daar; de kerk met de goed verzorgde graven eromheen. Hoe toepasselijk.
Het regende vandaag en dus zochten we ons heil elders. Op niet al te ver rijden lag het geboortehuis van een bekende schrijfster. Onze navigatiemevrouw is altijd aan de optimistische kant waardoor het toch nog een hele rit was. Een rottige rit ook nog, met steile hellingen en wegen die betere tijden hadden gekend. Ik werd licht in het hoofd van het hoogteverschil en misselijk van het gehobbel. Vroeger zou ik mijn ogen even hebben dichtgedaan, mijn hoofd tegen de hoofdsteun geleund en vertrouwend op de rijvaardigheid van mijn lief.
Nu benoemde ik het weeë gevoel en vertelde de pubers over een andere keer, bij de porta westfalica, na de werkweek in V5. Dat ik bijna de bus onder spuugde bij al die bochten naar beneden. En over hoe hun vader in het buitenland altijd graag de haarspeldbochten lekker strak nam, en hoe ik dan helemaal groen zag. O ja, grinnikten ze, dat wisten ze nog wel. Soms vergeet ik dat ik niet de enige ben met herinneringen aan mijn lief.
Ik praatte en praatte om de lichtheid in mijn hoofd kwijt te raken en me op de weg te kunnen concentreren. Ik was nu immers degene die ons veilig naar huis moest brengen.
Eenmaal op de grote weg ging het wel weer, en ik stuurde een klein knipoogje naar boven.
Thuis bleek niet alleen de regen te zijn verdwenen, maar de temperatuur ook nog behoorlijk aangenaam. Lekker genoeg voor een rondje. De pubers wilden niet mee, want die hadden al veel te lang niet gechilld.
Ik volgde een mevrouw in yoga-outfit op de fiets, en stond na wat afslagen naar willekeurige straatjes ineens bij die kerk.
Als dat niets te betekenen heeft…
Het kerkhof is goed onderhouden en op ieder graf staan bloeiende planten. Het is hier heerlijk stil. In ons tijdelijke huis horen we iedere avond de trein voorbij denderen, maar hoewel de kerk niet ver ligt van het spoor en de drukke rondweg ernaast hoor je hier helemaal niets. Een stille rustige plek in de hectische wereld.
Ik loop en wacht op de tranen die nu zomaar uitblijven. Ik zou diepzinnige gedachten moeten hebben, bedenk ik. In plaats daarvan denk ik aan het hek dat ik om het kerkhof heen zag staan en of dat toch hopelijk niet dicht zal gaan voordat ik eruit ben. Ik denk aan hoe handig het is dat er een bushalte is bij de begraafplaats. Ik denk eraan dat ik mijn vest toch beter thuis had kunnen laten. En of ik nog wel de weg naar huis zal kunnen terugvinden, zo in mijn eentje.
Kennelijk is vandaag niet een dag voor verheven gedachten, mooie zinnen of inspirerende invallen.
Als ik het trapje naar het vakantiehuis op loop komt er een appje van de overbuuv, dat ze het kaarsje dat wij hier, zo ver weg van haar, voor haar moeder hebben aangestoken, waardeert. En dan moet ik toch even iets wegpinken.
Ook sterkte voor de overbuuv.