Ik had eens een vriendin die in elke blessure of ziekte een boodschap van het universum zag. Last van je schouders? Dan had je teveel op je nek genomen. Zere keel? Dat kwam doordat je te veel had geslikt van anderen. Buikpijn? Je zat met iets in je maag. En vallen dan, vroeg ik een keer, een aanrijding? Ook dat paste in haar theorie. Kennelijk lette je even niet goed op, omdat je teveel aan je hoofd had. Domweg struikelen was ook een signaal van daarboven, of daarbuiten, of waar dat universum dan ook maar zetelt.
Ik moet eraan denken nu ik gebutst en gehavend op de bank zit. Gevallen. Hard. Met de nodige fysieke gevolgen.
Het begon nog wel zo goed, vandaag. Na een week van in het weekend ziekjes op de bank hangen, ondanks de verkouden lamlendigheid toch aan het werk gaan, om daar op mijn vrije vrijdag weer de zure vruchten van te plukken, werd ik vanochtend fit en uitgeslapen wakker. De to-do lijst die ik gisteren had willen afwerken maar die was uitgegroeid tot een berg werk die ik nooit zou kunnen verzetten, leek vandaag een fluitje van een cent. Ik werkte een lijstje boodschappen langs vier verschillende winkels af, laadde van alles in mijn auto en verheugde me bijna op de schoonmaak die voor vanmiddag op de planning stond. Het was koud, maar lekker koud. Droog en fris. Ik zag joggers en kon me zelfs voorstellen dat ik na gedane arbeid zelf ook nog even een rondje zou lopen.
Ik was me hyperbewust van mijn goede fysieke conditie en hoe fijn het was gezond te zijn. Hoe zou ik me ooit nog ongelukkig kunnen voelen als mijn lijf zo prima functioneert en me in staat stelt de dingen te doen die ik wil?
Met de box die “mama’s soundmachine” heet toog ik naar boven. Een emmer met sop, muziek van mijn geboortegrond op een volume dat misschien nog net buurvriendelijk was en hard en vals meezingen. Ik zag mezelf in de spiegel, in oude kleren, ongedoucht, mijn haar in een slordig, niet al te charmant staartje, maar met een grote brede grijns. Het beviel me wat ik zag. Het was goed.
Gewapend met alle attributen die ik nodig had wilde ik aan de volgende klus beginnen toen het universum zich ermee bemoeide. De traptrede was glad, misschien door een plasje dat ik had veroorzaakt met mijn schoonmaakemmer. Voor mijn geestesoog zag ik mezelf vallen voordat het echt gebeurde. Ik hotstebotste een paar treden naar beneden en wist me daarna tot stoppen te brengen, met een pijnlijke arm, schouder en nek tot gevolg.
Geschrokken bleef ik even zitten. En daar kwamen de tranen. Meer dan de val en de pijn rechtvaardigden. Het leek wel of alles eruit moest. De afgelopen week van fysiek ongemak, het eenzame donker van november, de feestmaand die voor de deur staat en die altijd zo confronterend is. Er was geen houden meer aan. Ik was blij dat de twintiger noch de puber thuis was, zodat ik me ongegeneerd kon laten gaan zonder dat zij zouden denken dat er iets verschrikkelijks was gebeurd.
Pas toen ze belden hield ik op. Of ik even de oven aan kon zetten, want ze hadden lekkers gehaald voor zometeen. En of we dan nog even een spelletje konden doen samen. En o, ze hadden iets heel leuks voor Sinterklaas gekocht, was ik al nieuwsgierig?
‘Nee, nee,’ zei ik toen ze me eenmaal thuis bezorgd aankeken en me met een dekentje op de bank wilden dirigeren. ‘Niks aan de hand. Ik ga zo even de ramen doen.’
Maar aan de moeizame manier waarop ik naar mijn theeglas reikte zagen ze wel dat ik helemaal niets meer ging doen vandaag.
Terwijl ik nog nadenk over dat universum en wat het me nou eigenlijk wil zeggen, hoor ik boven de stofzuiger gaan. Er klinkt muziek en wat geïrriteerd uitgesproken aanwijzingen. Ik glimlach. Misschien is dat het wel gewoon, dat het universum me duidelijk probeert te maken dat ik toch echt eens werk moet maken van het vinden van een nieuwe schoonmaakhulp.
Ik heb mijn eerste goede voornemen voor het volgende jaar te pakken.
En als dat universum zich nou eens voorneemt om voortaan wat duidelijker en vooral ook minder drastisch te communiceren, dan komt het allemaal misschien toch nog een soort van goed.
Ai. Beterschap en fijn die indoor hulp in huis. Heerlijk die kids ☺️.
Haha, mooi slot van een lesje universum. Of van gewoon onhandige pech, ach, wat het ook is, het doet er niet toe. Huis is gezogen, de dingen in huis die in huis moesten zijn, je to do lijst ligt al klaar. Nu maar een bakkie thee en snel herstellen. Beterschap.