De eerste keer naar buiten na een week ziek thuis heeft de wereld altijd iets fris, iets nieuws. Alsof alles heeft stilgestaan, heeft gewacht tot jij er eindelijk weer aan kon deelnemen. Natuurlijk ben je niet helemaal van de buitenwereld afgesloten geweest. Je lief en kinderen gingen en kwamen terug met verhalen over school, werk en files. En tussen de hazenslaapjes en de momenten van wezenloos voor je uitstaren door, lonkte Netflix met zijn series en films over mensen in de wereld daarbuiten, zo ver verwijderd van jouw comfortabele bank, je dekentje en je vitaminepillen.
Maar dit is anders. Nu ga jij er zelf op uit, zelf je jas aandoen, een extra sjaal omdat je nooit kunt weten, zakdoekjes op voorraad mee en met een doel dat dicht genoeg bij ligt om snel terug te kunnen keren mocht het echt niet gaan.
Een beetje wiebelig stap je op de fiets, je stiekem verwonderend over hoe gemakkelijk je dat afgaat. Je bent het nog niet verleerd. Maar o ja, wat zit je ook alweer hoog! En wat gaat iedereen om je heen snel! Al die mensen, al die plekken waar ze naar onderweg zijn, al die routines die ze ook hebben gevolgd, terwijl jij daar thuis ziek lag te zijn.
En niemand die het aan je ziet, dat je ziek bent geweest, dat je er een weekje uit was. Jij bent gewoon één van de velen. Eén van die mensen met een doel, met een routine en een plan.
En met een extra sjaal en een karrenvracht aan papieren zakdoekjes. Dat dan weer wel.