Zo’n dag was het. Zo’n rare dag, waarin alles weer eens anders liep dan ik had gedacht.
Een vrije dag, die ’s morgens nog als een uitgestrekte hoeveelheid oningevulde tijd voor me lag.
Die al vanaf het begin met een-nul achterstond, omdat ie begon met zo’n nacht vol wakker liggen en malen. Over de tuin, verhalen, mijn werk. Over de kinderen, de school en gek genoeg over recepten voor het avondeten.
Een dag vol goede voornemens over wandelen en joggen, waar niets van terechtkwam. Halverwege mijn rondje werd ik gebeld over iets serieus waardoor ik in één klap het ritme kwijt was. De vriendin met wie ik zou wandelen was aan huis gekluisterd wegens de levering van een huishoudelijk apparaat. Het voelde bijna alsof het Universum me iets wilde duidelijk maken.
Een dag met lachen om de groenteboer op de markt die de puber bij de neus nam. Met gezellig lunchen met de pubers en meegekomen vrienden.
Een dag om kaartjes te schrijven voor jarige familieleden. Eén ultravroeg kaartje voor mijn broer in het verre Z omdat je nooit precies weet hoe lang de post erover doet. En dat ik in die kaart vertel over de tuinwerkzaamheden en de tegenslagen die daarbij hoorden, over hoe die extra tijd kosten en daardoor ook extra geld. Over de zorgen die ik me daarover maak. En over hoe ik daarbij mijn lief zo mis, om mij gerust te stellen.
En dan toch weer huilen. Omdat ik het gemis nog steeds niet zie aankomen, of wanneer het me het ergst raakt.
Een dag met een telefoontje van mijn oeroude tante, die had gehoord over zij die nu hij is. Dat ze hem wilde feliciteren, maar niet wist welke nieuwe naam op het kaartje moest. De tante die ik het nog niet had verteld omdat ze bijna negentig is en misschien wat meer vastgeroest in oude ideeën. De tante die vertelde er juist tegenop te hebben gezien mij te bellen omdat ik het er misschien wel moeilijk mee zou hebben.
Over hoe je elkaar kunt kwijtraken door aannames en goede bedoelingen.
Een dag waarop ik een appje krijg of ik nog leuke ideeën kan aandragen voor iemands avondeten. Een bijzondere vraag, die ik nog nooit eerder heb gekregen, en toch voelt hij logisch, alsof dat malen over die recepten dus toch niet voor niets was.
Zo’n dag van heen en weer geslingerd worden van hardop lachen naar je tranen wegvegen, van ontroering, naar ergernis. Een dag van alles.
Een dag ook waarop buren van een paar huizen verderop vertellen hoe ze iedere keer dat ze met het hondje langs mijn huis lopen de tuin steeds mooier zien worden.
In koor verzekeren ze me dat er licht aan het einde van de tunnel is en dat alles echt echt helemaal goed komt. Ik wil ze geloven. En vooral ook geloven dat dat niet alleen maar voor de tuin geldt.